Naar inhoud springen

Grand Prix van St. Petersburg

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Vlag van Verenigde Staten Firestone Grand Prix van St. Petersburg
Stratencircuit St. Petersburg
Stratencircuit St. Petersburg
Land Vlag van Verenigde Staten Saint Petersburg, Florida
Organisator IndyCar Series
Geschiedenis
Eerste editie 1985
Meeste overwinningen Vlag van Brazilië Hélio Castroneves (3)
Portaal  Portaalicoon   Autosport

De Firestone Grand Prix van St. Petersburg is een IndyCar Series-race die wordt gehouden in Saint Petersburg, Florida, op Stratencircuit Saint Petersburg. In de meeste jaren sinds 2009 fungeert de race als seizoensopener (of in ieder geval als eerste race op Amerikaanse bodem).[1] De race wordt jaarlijks in het voorjaar gehouden, met uitzondering van 2020, toen hij werd uitgesteld tot oktober vanwege de COVID-19 pandemie.

De race vindt plaats op een tijdelijk parcours, gebruikmakend van straten in het centrum, en een landingsbaan van Albert Whitted Airport. Het evenement werd voor het eerst verreden in 1985, en de IndyCar deed voor het eerst mee in 2003.

Het inaugurele evenement in 1985 werd georganiseerd door William T. McVey, president van de McBri Corporation in Tampa en lid van IMSA en de SCCA.[2] De SCCA Trans-Am Series hield van 1985 tot 1990 een race op een circuit aan het water in het centrum van St. Petersburg. Can-Am deed ook mee in 1985. Omwonenden en bedrijven klaagden over geluidsoverlast en het evenement werd uiteindelijk stopgezet.[3] Coureur Jim Fitzgerald kwam om bij een crash tijdens de race van 1987.[4][5]

Van 1996 tot 1997 werd de St. Petersburg race nieuw leven ingeblazen op een ander parcours rond Tropicana Field (ongeveer een mijl ten westen van het oorspronkelijke parcours aan het water). Naast de Trans-Am Series waren er ook U.S. FF2000, World Challenge, Pro SRF en Barber Dodge ondersteunende races. Het evenement ging vervolgens weer voor enkele jaren op pauze.[3]

In 2003 werd het evenement weer nieuw leven ingeblazen voor de Champ Car World Series. Er werd een nieuwe, aangepaste versie van het oorspronkelijke circuit aan de waterkant van 1985 gemaakt.

Voor 2004 werd het evenement geannuleerd wegens een geschil tussen de promotors, bovendien zorgde het faillissement en de liquidatie van de CART Series in de nieuwe Champ Car World Series voor een herschikking van de kalender. Toen de race in 2005 terugkeerde, stapte die over naar de IndyCar Series, het eerste niet-oval evenement voor de Indy Racing League. In 2007 werd het raceweekend uitgebreid met een American Le Mans Series evenement.

Andretti Green Promotions zou later de promotie van het evenement overnemen.[6] Vanaf 2014 nam Firestone het over als titelsponsor.[7]

Eerdere winnaars

[bewerken | brontekst bewerken]
Seizoen Datum Coureur Team Chassis Motor/Aerokit Banden Race afstand Race tijd Gem.
(kmu)
Verslag
Rondes Kilometers
Champ Car World Series
2003 23 februari Vlag van Canada Paul Tracy Forsythe Racing Lola B02/00 FordCosworth XFE Bridgestone 105 305.179 2:04:28 147,095 Verslag
2004 Niet gehouden
IndyCar Series
2005 3 april Vlag van Verenigd Koninkrijk Dan Wheldon Andretti Green Racing Dallara Honda Firestone 100 289.681 2:09:54 133,800 Verslag
2006 2 april Vlag van Brazilië Hélio Castroneves Team Penske Dallara Honda Firestone 100 289.681 1:56:58 148,606 Verslag
2007 1 april Vlag van Brazilië Hélio Castroneves (2) Team Penske (2) Dallara Honda Firestone 100 289.681 2:01:07 143,498 Verslag
2008 6 april Vlag van Verenigde Staten Graham Rahal Newman-Haas Racing Dallara Honda Firestone 83* 240.435 2:00:44 119,495 Verslag
2009 5 april Vlag van Australië Ryan Briscoe Team Penske (3) Dallara Honda Firestone 100 289.681 2:12:27 131,229 Verslag
2010 29 maart* Vlag van Australië Will Power Team Penske (4) Dallara Honda Firestone 100 289.681 2:07:06 136,754 Verslag
2011 27 maart Vlag van Verenigd Koninkrijk Dario Franchitti Chip Ganassi Racing Dallara Honda Firestone 100 289.681 2:01:00 143,650 Verslag
2012 25 maart Vlag van Brazilië Hélio Castroneves (3) Team Penske (5) Dallara DW12 Chevrolet/UAK-12 Firestone 100 289.681 1:59:51 145,022 Verslag
2013 24 maart Vlag van Canada James Hinchcliffe Andretti Autosport (2) Dallara DW12 Chevrolet/UAK-12 Firestone 110 318.65 2:22:13 134,442 Verslag
2014 30 maart Vlag van Australië Will Power (2) Team Penske (6) Dallara DW12 Chevrolet/UAK-12 Firestone 110 318.65 2:06:58 150,589 Verslag
2015 29 maart Vlag van Colombia Juan Pablo Montoya Team Penske (7) Dallara DW12 Chevrolet/CAK-15 Firestone 110 318.65 2:16:58 139,586 Verslag
2016 13 maart Vlag van Colombia Juan Pablo Montoya (2) Team Penske (8) Dallara DW12 Chevrolet/CAK-16 (5) Firestone 110 318.65 2:13:28 143,241 Verslag
2017 12 maart Vlag van Frankrijk Sébastien Bourdais Dale Coyne Racing Dallara DW12 Honda/HAK-16 Firestone 110 318.65 2:04:32 153,516 Verslag
2018 11 maart Vlag van Frankrijk Sébastien Bourdais (2) Dale Coyne Racing (2) Dallara DW12 Honda/UAK-18 (9) Firestone 110 318.65 2:17:48 138,736 Verslag
2019 10 maart Vlag van Verenigde Staten Josef Newgarden Team Penske (9) Dallara DW12 Chevrolet/UAK-18 (6) Firestone 110 318.65 2:04:18 153,808 Verslag
2020 25 oktober Vlag van Verenigde Staten Josef Newgarden (2) Team Penske (10) Dallara DW12 Chevrolet/UAK-18 (7) Firestone 100 289.681 2:06:12 138,197 Verslag
2021 25 april Vlag van Verenigde Staten Colton Herta Andretti Autosport (3) Dallara DW12 Honda/UAK-18 (10) Firestone 100 289.681 1:51:51 155,385 Verslag
2022 27 februari Vlag van Nieuw-Zeeland Scott McLaughlin Team Penske (11) Dallara DW12 Chevrolet/UAK-18 (8) Firestone 100 289.681 1:51:27 155,943 Verslag
2023 5 maart Vlag van Zweden Marcus Ericsson Chip Ganassi Racing (2) Dallara DW12 Honda/UAK-18 (11) Firestone 100 289.681 2:05:30 138,479 Verslag
  • 2008: Race ingekort als gevolg van slecht weer bij de start waardoor de race na negen ronden voor de safety car pas in ronde 10 werd gestart. Ingekort door de ESPN onder tijdslimiet.
  • 2010: Race uitgesteld van 28 maart als gevolg van guur weer.[8]
  • 2020: Race uitgesteld van 15 maart tot 25 oktober en ingekort tot 100 ronden vanwege de COVID-19 pandemie.
  • 2021: Race uitgesteld van 7 maart tot 25 april vanwege de COVID-19 pandemie.
  • UAK = Universal Aero Kit
  • CAK = Chevrolet Aero Kit
  • HAK = Honda Aero Kit

Winnaars support series

[bewerken | brontekst bewerken]

Road to Indy presented by Cooper Tire

[bewerken | brontekst bewerken]
Indy NXT Star Mazda Championship U.S. F2000 National Championship
Seizoen Datum Coureur Chassis Motor Seizoen Datum Coureur Seizoen Datum Coureur
2005 3 april Vlag van Verenigde Staten Marco Andretti Dallara Infiniti 2010 28 maart Vlag van Verenigde Staten Conor Daly 2010 27 maart Vlag van Verenigde Staten Sage Karam
2006 1 april Vlag van Brazilië Raphael Matos Dallara Infiniti 2011 26 maart Vlag van Verenigde Staten Connor De Phillippi 28 maart Vlag van Verenigde Staten Sage Karam
2 april Vlag van Brazilië Raphael Matos Dallara Infiniti 2012 24 maart Vlag van Verenigde Staten Connor De Phillippi 2011 26 maart Vlag van Verenigde Staten Spencer Pigot
2007 31 maart Vlag van Verenigd Koninkrijk Alex Lloyd Dallara Infiniti 25 maart Vlag van Verenigd Koninkrijk Jack Hawksworth 27 maart Vlag van Finland Petri Suvanto
1 april Vlag van Verenigd Koninkrijk Alex Lloyd Dallara Infiniti Pro Mazda Championship 2012 24 maart Vlag van Verenigde Staten Spencer Pigot
2008 5 april Vlag van Brazilië Raphael Matos Dallara Infiniti 2013 23 maart Vlag van Venezuela Diego Ferreira 25 maart Vlag van Verenigde Staten Spencer Pigot
6 april Vlag van Verenigde Staten Richard Antinucci Dallara Infiniti 24 maart Vlag van Australië Matthew Brabham 2013 23 maart Vlag van Canada Scott Hargrove
2009 4 april Vlag van Nederland Junior Strous Dallara Infiniti 2014 29 maart Vlag van Verenigde Staten Spencer Pigot 24 maart Vlag van Canada Scott Hargrove
5 april Vlag van Nederland Junior Strous Dallara Infiniti 30 maart Vlag van Verenigde Staten Spencer Pigot 2014 29 maart Vlag van Brazilië Victor Franzoni
2010 28 maart Vlag van Frankrijk Jean Karl Vernay Dallara Infiniti 2015 28 maart Vlag van Verenigde Staten Neil Alberico 30 maart Vlag van Verenigde Staten R.C. Enerson
2011 27 maart Vlag van Verenigde Staten Josef Newgarden Dallara Honda 29 maart Vlag van Verenigde Staten Neil Alberico 2015 28 maart Vlag van Verenigde Staten Jake Eidson
2012 24 maart Vlag van Frankrijk Tristan Vautier Dallara Honda 2016 12 maart Vlag van Mexico Patricio O'Ward 29 maart Vlag van Verenigde Staten Jake Eidson
2013 23 maart Vlag van Verenigd Koninkrijk Jack Hawksworth Dallara Honda 13 maart Vlag van Verenigde Staten Aaron Telitz 2016 12 maart Vlag van Australië Jordan Lloyd
2014 30 maart Vlag van Verenigde Staten Zach Veach Dallara Honda 2017 11 maart Vlag van Australië Anthony Martin Vlag van Australië Jordan Lloyd
2015 28 maart Vlag van Verenigde Arabische Emiraten Ed Jones Dallara Mazda 12 maart Vlag van Australië Anthony Martin 2017 11 maart Vlag van Verenigde Staten Robert Megennis
29 maart Vlag van Verenigde Arabische Emiraten Ed Jones Dallara Mazda 2018 10 maart Vlag van Nederland Rinus VeeKay 12 maart Vlag van Verenigde Staten Oliver Askew
2016 12 maart Vlag van Puerto Rico Félix Serrallés Dallara Mazda 11 maart Vlag van Nederland Rinus VeeKay 2018 10 maart Vlag van Verenigde Staten Kyle Kirkwood
13 maart Vlag van Zweden Felix Rosenqvist Dallara Mazda Indy Pro 2000 Championship 11 maart Vlag van Frankrijk Alexandre Baron
2017 11 maart Vlag van Verenigde Staten Aaron Telitz Dallara Mazda 2019 9 maart Vlag van Canada Parker Thompson 2019 9 maart Vlag van Verenigde Staten Braden Eves
12 maart Vlag van Verenigde Staten Colton Herta Dallara Mazda 10 maart Vlag van Canada Parker Thompson 10 maart Vlag van Verenigde Staten Braden Eves
2018 10 maart Vlag van Mexico Patricio O'Ward Dallara Mazda 2020 24 oktober Vlag van Verenigde Staten Sting Ray Robb 2020 24 oktober Vlag van Brazilië Kiko Porto
11 maart Vlag van Uruguay Santiago Urrutia Dallara Mazda 25 oktober Vlag van Nieuw-Zeeland Hunter McElrea 25 oktober Vlag van Verenigde Staten Christian Brooks
2019 9 maart Vlag van Canada Zachary Claman Dallara AER 2021 24 april Vlag van Verenigde Staten Braden Eves 2021 24 april Vlag van Verenigde Staten Christian Brooks
10 maart Vlag van Nederland Rinus VeeKay Dallara AER 25 april Vlag van Denemarken Christian Rasmussen Vlag van Verenigde Staten Christian Brooks
2020 Geannuleerd vanwege de COVID-19 pandemie 2022 25 februari Vlag van Verenigde Staten Josh Green 2022 25 februari Vlag van Verenigde Staten Jace Denmark
2021 24 april Vlag van Verenigde Staten Kyle Kirkwood Dallara AER 26 februari Vlag van Verenigde Staten Nolan Siegel 27 februari Vlag van Verenigde Staten Myles Rowe
25 april Vlag van Verenigde Staten David Malukas Dallara AER 2023 4 maart Vlag van Verenigde Staten Christian Brooks 2023 4 maart Vlag van Australië Lochie Hughes
2022 27 februari Vlag van Australië Matthew Brabham Dallara AER 5 maart Vlag van Verenigde Staten Myles Rowe 5 maart Vlag van Verenigde Staten Nikita Johnson
2023 5 maart Vlag van Singapore Danial Frost Dallara AER
Seizoen Datum Coureur
1985 3 november Vlag van Verenigde Staten Riley Hopkins
1986 16 november Vlag van Canada Scott Goodyear
1987 7 november Vlag van Verenigde Staten Johnny O'Connell
1988 23 oktober Vlag van Verenigde Staten Jocko Cunningham
1989 29 oktober Vlag van Verenigde Staten Jocko Cunningham
1990 4 november Vlag van Verenigde Staten Brian Till
Bron:[9]
Seizoen LMP1 Team LMP2 Team GT1 Team GT2 Team Verslag
LMP1 Coureurs LMP2 Coureurs GT1 Coureurs GT2 Coureurs
2007 Vlag van Verenigde Staten #1 Audi Sport North America Vlag van Verenigde Staten #6 Penske Racing Vlag van Verenigde Staten #4 Corvette Racing Vlag van Verenigde Staten #62 Risi Competizione Verslag
Vlag van Italië Rinaldo Capello
Vlag van Verenigd Koninkrijk Allan McNish
Vlag van Duitsland Sascha Maassen
Vlag van Australië Ryan Briscoe
Vlag van Verenigd Koninkrijk Oliver Gavin
Vlag van Monaco Olivier Beretta
Vlag van Finland Mika Salo
Vlag van Brazilië Jaime Melo
2008 Vlag van Verenigde Staten #2 Audi Sport North America Vlag van Verenigde Staten #7 Penske Racing Vlag van Verenigde Staten #4 Corvette Racing Vlag van Verenigde Staten #71 Tafel Racing Verslag
Vlag van Duitsland Marco Werner
Vlag van Duitsland Lucas Luhr
Vlag van Duitsland Timo Bernhard
Vlag van Frankrijk Romain Dumas
Vlag van Monaco Olivier Beretta
Vlag van Verenigd Koninkrijk Oliver Gavin
Vlag van Duitsland Dominik Farnbacher
Vlag van Duitsland Dirk Müller
2009 Vlag van Verenigde Staten #9 Patrón Highcroft Racing Vlag van Mexico #15 Lowe's Fernández Racing Geen deelnemers Vlag van Verenigde Staten #45 Flying Lizard Motorsports Verslag
Vlag van Australië David Brabham
Vlag van Verenigde Staten Scott Sharp
Vlag van Mexico Adrian Fernández
Vlag van Mexico Luis Díaz
Geen deelnemers Vlag van Verenigde Staten Patrick Long
Vlag van Duitsland Jörg Bergmeister
  • Winnaar overall is vetgedrukt.

Stadium Super Trucks

[bewerken | brontekst bewerken]
Seizoen Datum Coureur
2014 29 maart Vlag van Verenigde Staten Robby Gordon
30 maart Vlag van Verenigde Staten P.J. Jones
2015 28 maart Vlag van Verenigde Staten Sheldon Creed
29 maart Vlag van Verenigde Staten Burt Jenner
2016 12 maart Vlag van Verenigde Staten Sheldon Creed
13 maart Vlag van Verenigde Staten Keegan Kincaid
2017 11 maart Vlag van Verenigde Staten Robby Gordon
12 maart Vlag van Australië Matthew Brabham
2021 24 april Vlag van Verenigde Staten Sheldon Creed
25 april Vlag van Verenigde Staten Sheldon Creed
Seizoen Datum Coureur Team Chassis Race afstand Race tijd Gem.
(kmu)
Rondes Kilometers
1985 3 november Vlag van Verenigde Staten Willy T. Ribbs Roush Racing Mercury Capri 50 160.934 01:15:05 128,603
1986 15 november Vlag van Verenigde Staten Pete Halsmer Roush Racing Mercury Merkur XR4Ti 50 160.934 01:15:09 128,487
1987 15 november Vlag van Verenigde Staten Pete Halsmer Roush Racing Mercury Merkur XR4Ti 50 160.934 02:06:24 76,383
1988 23 oktober Vlag van Duitsland Walter Röhrl Audi of America Audi 200 Quattro 63 202.777 01:38:09 123,953
1989 29 oktober Vlag van Verenigde Staten Irv Hoerr Oldsmobile Cutlass 63 202.777 01:42:55 118,221
1990 4 november Vlag van Verenigde Staten Chris Kneifel Chevrolet Beretta 63 202.777 01:47:11 113,515
1991–1995, niet gehouden
1996 25 februari Vlag van Verenigde Staten Ron Fellows Chevrolet Camero 63 171.346 01:18:13 113.515
1997 25 februari Vlag van Verenigde Staten Tommy Kendall Ford Mustang 60 163.187 01:14:44 131,009
1998–2002, niet gehouden
2003 23 februari Vlag van Verenigde Staten Scott Pruett Jaguar XKR 55 159.856 01:16:06 131,009

SCCA Super Vee

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Stratencircuit Saint Petersburg voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Het parcours van de Straten van St. Petersburg is een stratencircuit dat bestaande wegen verbindt met een van de twee start- en landingsbanen van Albert Whitted Airport in St. Petersburg, Florida. Het loopt ook over in de parkeerplaats van het Al Lang Stadium. St. Petersburg is geclassificeerd als een FIA Grade Two circuit.[10]

Eerste baan aan de baai

[bewerken | brontekst bewerken]

Het oorspronkelijke Trans-Am-circuit van 1985 had een soortgelijke opzet als het parcours dat vandaag wordt gebruikt. In het eerste jaar liep het circuit tot aan de pier, maakte een bocht van 180 graden en keerde terug. Aan het einde van Bayshore Drive, in plaats van af te buigen naar de landingsbanen van de luchthaven, cirkelde het circuit rond 5th Avenue Southeast rond de Bayfront Arena, en de start/finishlijn bevond zich net ten zuiden van de paddock (het parkeerterrein van Bayfront Arena). Bovendien liep het oude circuit verder over Beach Drive Northeast, helemaal tot 5th Avenue Northeast. 5th Ave. NE was een erg smal stuk. Het circuit liep in zuidelijke richting over de Bayshore Drive Northeast, en passeerde The Pier.

Tropicana Field-circuit

[bewerken | brontekst bewerken]

Het tweede circuit in Tropicana Field lag ongeveer een mijl ten westen van de locatie aan het water. Het circuit gebruikte de wegen rond de perimeter van de parkeerplaats van het stadion.

Tweede baan aan de baai

[bewerken | brontekst bewerken]

Toen het circuit werd heringericht, draaide het noordelijke deel in plaats daarvan op Central Avenue, en ging niet zo ver als The Pier. De pits en het rechte stuk werden verplaatst naar de luchthaven, en een speciaal aangelegd paddockgebied werd verhard naast de startbaan. Het Albert Whitted Park werd heringericht/verplaatst, en het hele circuit werd opnieuw geasfalteerd.

De pits en paddocks, evenals de verbinding tussen de Dan Wheldon Way en de landingsbaan (bocht 11, 12 en 13) werden in 2003 speciaal voor het circuit aangelegd en worden beschouwd als permanente onderdelen van het overigens tijdelijke circuit.

Na de crash tijdens de laatste ronde van de IndyCar Series 2011, IZOD IndyCar World Championship 2011, waarbij de inwoner van Snell Isle, Dan Wheldon, die in 2005 de race en twee Indianapolis 500-titels won, om het leven kwam, werd het rechte stuk na bocht 10 (de bocht van Bayshore Drive naar Albert Whitted Park) omgedoopt tot "Dan Wheldon Way" ter nagedachtenis van hem. Het bord en de gedenkplaat werden op 6 maart 2012 onthuld door de burgemeester van St. Petersburg, Bill Foster. Het permanente Dan Wheldon Memorial bevindt zich naast het Dali-museum aan de andere kant van bocht 10, waar de racewinnaars hun naam op het gedenkteken laten plaatsen.[11]

Ronde records

[bewerken | brontekst bewerken]

De officiële race ronde records bij de Grand Prix van St. Petersburg staan genoteerd als:

Categorie Tijd Coureur Chassis Race
Huidig Grand Prix Circuit: 2.897 km (2003–heden)[12]
IndyCar 1:00.9868 Vlag van Verenigde Staten Conor Daly Dallara DW12 Firestone Grand Prix van St. Petersburg 2022
CART 1:01.825 Vlag van Frankrijk Sébastien Bourdais Lola B02/00 Grand Prix van St. Petersburg 2003
LMP2 1:04.340 Vlag van Australië Ryan Briscoe Porsche RS Spyder Evo Sports Car Challenge van St. Petersburg 2007
LMP1 1:04.725 Vlag van Verenigd Koninkrijk Allan McNish Audi R10 TDI Sports Car Challenge van St. Petersburg 2007
Indy Lights 1:04.9562 Vlag van Verenigde Staten Kyle Kirkwood Dallara IL-15 Indy Lights Grand Prix van St. Petersburg 2021
Indy Pro 2000 1:08.1141 Vlag van Verenigde Staten Sting Ray Robb Tatuus PM-18 Indy Pro 2000 Grand Prix van St. Petersburg 2020
GT1 1:09.770 Vlag van Verenigd Koninkrijk Oliver Gavin Chevrolet Corvette C6.R Sports Car Challenge van St. Petersburg 2008
US F2000 1:12.2279 Vlag van Brazilië Kiko Porto Tatuus USF-17 Cooper Tires USF2000 Grand Prix van St. Petersburg 2020
GT2 1:12.699 Vlag van Tsjechië Tomáš Enge Ferrari F430 GTC Sports Car Challenge van St. Petersburg 2007
GT3 1:13.642 Vlag van Verenigde Staten Justin Wetherill Ferrari 488 GT3 Evo 2020 St. Petersburg GT America-ronde 2022
Trans-Am 1:14.634 Vlag van Verenigde Staten Scott Pruett Jaguar XKR St. Petersburg Trans-Am-ronde 2003
SRO GT2 1:18.881 Vlag van Verenigde Staten C.J. Moses Audi R8 LMS GT2 St. Petersburg GT America-ronde 2022
GT4 1:19.190 Vlag van Verenigde Staten Jade Buford Ford Mustang GT4 St. Petersburg GT4 America-ronde 2019
GTS 1:21.777 Vlag van Verenigde Staten Peter Cunningham Acura TSX St. Petersburg Pirelli World Challenge-ronde 2012
TC 1:25.101 Vlag van Verenigde Staten Tristan Hebert Volkswagen GLI St. Petersburg Pirelli World Challenge-ronde 2012
Derde Grand Prix Circuit: 2.720 km (1996–2000)[12]
Trans-Am 1:14.8 Vlag van Verenigde Staten Tommy Kendall Ford Mustang St. Petersburg Trans-Am-ronde 1997
Tweede Grand Prix Circuit: 3.219 km (1986–1991)[12]
Trans-Am 1:17.440 Vlag van Verenigde Staten Scott Pruett Merkur XR4Ti St. Petersburg Trans-Am-ronde 1987
Originele Grand Prix Circuit: 3.219 km (1985)[12]
Can-Am 1:23.020 Vlag van Verenigde Staten Peter Greenfield Ralt RT4 Can-Am Challenge in St. Petersburg 1985
Trans-Am 1:27.836 Vlag van Verenigde Staten Willy T. Ribbs Mercury Capri St. Petersburg Trans-Am-ronde 1985

Samenvattingen races IndyCar

[bewerken | brontekst bewerken]

2005: De allereerste race van de Indy Racing League zag Andretti Green Racing de pole winnen en de top vier posities bezetten. Dan Wheldon eindigde als eerste, Tony Kanaan als tweede.

2006: Dario Franchitti won de pole, maar werd vroegtijdig uitgeschakeld door een mechanisch defect. De wedstrijd eindigde onder de gele vlag nadat Tomas Scheckter en Buddy Rice met nog vier ronden te gaan de vangrail hadden geraakt. Roberto Moreno verving Ed Carpenter voor deze race toen Carpenter herstelde van zijn blessures, maar door stuurproblemen eindigde hij op de 18e plek. Hélio Castroneves was de winnaar.

2007: Pole-winnaar Hélio Castroneves leidde 95 van de 100 ronden en hield Scott Dixon af voor de overwinning met 0.6007 seconden, de dichtste finish op een stratencircuit in de IRL geschiedenis op dat moment. In de eerste ronde waren vijf auto's betrokken bij een spin, waaronder Tony Kanaan. In de training had Kanaan zijn gekwalificeerde auto gecrasht, maar het team repareerde de auto zodat hij als zesde kon starten in plaats van een reserve te gebruiken. Door de spin viel hij terug naar de achterhoede. Na een reeks pitstops onder geel, nam Dan Wheldon de leiding. Bij een herstart in ronde 35, stootte Castroneves Wheldon van achteren aan, en glipte er voorbij om de leiding definitief over te nemen. In de beste run van een Foyt team sinds een paar seizoenen, reed Darren Manning zo hoog als derde tot een late spin hem naar de 13de plaats deed zakken. Na de spin in de eerste ronde herstelde Tony Kanaan zich en eindigde als derde.

2008: Zware regenval in de ochtend doorweekte het circuit en liet veel water staan. De race ging van start na 10 ronden voorzichtigheid terwijl de baan opdroogde. Bij de start nam Tony Kanaan de leiding, maar werd al snel gepasseerd door Justin Wilson. In het begin van de race maakten verschillende auto's, waaronder Danica Patrick, Marco Andretti en Mario Moraes, spins. In de 37e ronde na een herstart werd rookie Graham Rahal van achteren geraakt door Will Power terwijl hij als derde reed. Hij kon verder rijden. Verschillende gele vlaggen vertraagden de race, waaronder een crash van Ryan Briscoe en een incident met meerdere auto's waarbij Vítor Meira, Franck Perera en Townsend Bell betrokken waren. Bij de herstart die volgde, reed Rahal-Letterman Racing-coureur Ryan Hunter-Reay aan de leiding voor Graham Rahal. Rahal nam de leiding in de eerste bocht. Omdat de tijd opraakte voor de tijdslimiet van twee uur, dreigde de race voor de geplande tijd te eindigen. Bij de laatste herstart waren er nog iets minder dan vier minuten te racen. Rahal hield een aanvallende Hélio Castroneves van zich af en won zijn eerste race. Met zijn 19 jaar en 93 dagen werd Rahal de jongste rijder ooit die een Indy-race won, en ook de jongste winnaar in de geschiedenis van de IndyCar Series. Hij brak het record van Marco Andretti uit 2006. Hij werd ook de vierde coureur die een IndyCar Series-race won in zijn eerste start, samen met Buzz Calkins, Juan Pablo Montoya en Scott Dixon.[13]

2009: In de openingsronde was polesitter Graham Rahal betrokken bij een licht contact met Tony Kanaan, waardoor zijn neus beschadigd raakte en hij diep in het klassement terugviel. Met nog 20 ronden te gaan viel titelverdediger Scott Dixon uit na contact met Hideki Mutoh. Met nog 14 ronden te gaan nam Ryan Briscoe bij een herstart de leiding over van Justin Wilson. Briscoe hield Ryan Hunter-Reay van zich af en behaalde de overwinning.

J.R. Hildebrand passeert Graham Rahal in bocht 10 tijdens de Honda Grand Prix van St. Petersburg 2011

2011: De eerste race met de nieuwe dubbele herstarts eist zijn tol van het veld, want de coureurs moeten zich aanpassen. In de eerste ronde maakte Marco Andretti in bocht 1 een grote botsing waarbij verschillende auto's betrokken waren en hij gaf Hélio Castroneves de schuld van de crash.[14] Verschillende andere rijders hadden contact bij de herstarts, waardoor het veld uitgedund werd. Dario Franchitti bleef het grootste deel van de race aan de leiding en won de seizoensopener. Simona de Silvestro trok de meeste aandacht in de latere fases van de race, toen ze Tony Kanaan uitdaagde. Kanaan, die net een paar dagen eerder een contract had gekregen bij KV Racing, hield haar in de laatste ronden van zich af en eindigde verrassend als derde.

Castroneves klimt over het hek om zijn overwinning in de Grand Prix van St. Petersburg 2012 te vieren
Takuma Sato tijdens de ochtendtraining tijdens de Honda Grand Prix van St. Petersburg 2012

2012: Hélio Castroneves won de openingswedstrijd van het seizoen,[15][16] waarmee hij een einde maakte aan een reeks zonder overwinningen die terugging tot Motegi in 2010. Het was de eerste race voor het nieuwe Dallara DW-12 chassis en het nieuwe turbo-motorpakket. Castroneves' overwinning betekende de eerste overwinning voor Chevrolet in de IndyCar Series sinds 2005. Het was ook de eerste race sinds het fatale ongeluk van Dan Wheldon. Will Power nam de leiding vanaf de poleposition bij de start, maar tijdens de eerste gele vlag dook hij de pits in om te gokken op een brandstofstrategie. De strategie werkte averechts en Power was de rest van de race niet meer van de partij. Tijdens de laatste reeks pitstops stonden Castroneves en Scott Dixon op de eerste en tweede plaats. Dixon pitste als eerste in ronde 72, en Castroneves een ronde later. Terwijl de rest van de koplopers hun laatste pitstops maakten, passeerde Castroneves Dixon aan de buitenkant van bocht 1 voor de tweede plaats. Nadat de reeks pitstops voorbij was, reed Castroneves de laatste 26 ronden aan de leiding om de overwinning op te eisen. Tijdens zijn overwinningsronde stopte Castroneves in bocht 10, klom uit zijn auto en vierde zijn gebruikelijke "Spider-Man" viering door over de vangrail te klimmen. Hij klom over het hek met het straatnaambordje "Dan Wheldon Way", dat dagen eerder door de stad St. Petersburg ter nagedachtenis aan Wheldon was aangewezen.[17]

2013: James Hinchcliffe won de eerste IndyCar-race uit zijn carrière door bij een herstart in ronde 85 van 110 de leiding over te nemen van Hélio Castroneves. Hinchcliffe hield Castroneves 1,09 seconde voor en Marco Andretti eindigde als derde. In de laatste ronde passeerde hij Simona de Silvestro voor de positie.[18] Will Power domineerde de eerste delen van de race, maar viel aan de finish terug tot de 16e plaats na contact met J.R. Hildebrand. Dario Franchitti eindigde als laatste na een vroege crash, en titelverdediger Ryan Hunter-Reay viel uit met mechanische problemen.

2014: Takuma Sato stond op de pole, maar hij verloor de leiding in ronde 30 aan Will Power. Bij een herstart in ronde 82 bracht leider Will Power het veld weer op groen toen een "accordeon-effect" het veld op het hoofdgedeelte zag afrekenen. Marco Andretti en rookie Jack Hawksworth maakten contact en crashten in de binnenste vangrail. Power reed de meeste ronden aan de leiding en hield Ryan Hunter-Reay en Hélio Castroneves van zich af voor de overwinning. Polesitter Takuma Sato eindigde als zesde.

2015: De seizoensopener op St. Petersburg was tevens het debuut van unieke aero kits voor Honda en Chevrolet. De ongerustheid bij de teams ging vooral uit naar de complexe, ingewikkelde en fragiele voorvleugels en het gebrek aan vervangende onderdelen. De bezorgdheid was niet ongegrond, want tientallen contacten op de baan beschadigden talloze vleugelonderdelen. Will Power won de poleposition en Team Penske veroverde de eerste vier posities op de grid. Power nam de leiding bij de start en reed 75 ronden aan de leiding. Tijdens de laatste ronde pitstops pakte Juan Pablo Montoya de leiding nadat hij een snellere pitstop had gemaakt dan Power. In de laatste ronden zette Power de achtervolging in op Montoya en verkleinde het gat tot minder dan een seconde met nog 11 ronden te gaan. Power probeerde Montoya te passeren voor de leiding in bocht 10, maar de twee auto's raakten elkaar, waardoor Power's voorvleugel werd beschadigd. Montoya behield de leiding en won, zijn eerste overwinning op een stratencircuit in IndyCar sinds 1999.

2016: Team Penske-coureur Will Power kwalificeerde zich voor de pole, maar werd kort na het einde van de sessie met een hersenschudding gediagnosticeerd en moest de race missen. Oriol Servià viel in de plaats van Power in.[19] Simon Pagenaud, tweede in de kwalificatie, erfde de poleposition. Pagenaud reed de eerste 48 ronden aan de leiding voordat hij gepasseerd werd door zijn teamgenoot Juan Pablo Montoya. Montoya zou 44 ronden aan de leiding gaan en zo zijn tweede overwinning op rij behalen in St. Petersburg. Rookie-coureur Conor Daly reed ook 15 ronden aan de leiding als gevolg van een pitstopstrategie, maar viel aan het eind van de race buiten de top 10. De race werd vertraagd door slechts twee gele vlaggen. De eerste kwam in ronde 46 toen Luca Filippi en Marco Andretti contact maakten in de eerste bocht. De tweede kwam bij de herstart na de vorige gele vlag toen Carlos Muñoz in bocht vier in contact kwam met Graham Rahal, waardoor er een file ontstond die het racecircuit volledig blokkeerde.[20] Na de race werd Will Power opnieuw beoordeeld en bleek hij geen hersenschudding te hebben, maar last te hebben van een slepende oorontsteking.[21] Power werd vrijgegeven voor de volgende ronde op Phoenix International Raceway.

2017: Sébastien Bourdais crashte tijdens de kwalificatie in zijn out lap en werd gedegradeerd tot 21e en laatste startplaats.[22] Bourdais chargeerde van de laatste naar de eerste plaats, de eerste overwinning voor Dale Coyne Racing sinds 2014. In ronde 20 begon de eerste ronde pitstops onder de groene vlag, waarbij verschillende coureurs verderop in de volgorde, waaronder Sébastien Bourdais en Simon Pagenaud, als een van de eersten binnenkwamen. De tweede volledige gele vlag van de race kwam echter in het midden van deze pitstopronde in ronde 26, toen Tony Kanaan en Mikhail Aleshin contact maakten in bocht 4, waardoor de baan bezaaid werd met brokstukken.[23] De zeven coureurs in de race moesten tijdens de gele vlag pitten en verloren veel baanposities. Na de pitstops reden Pagenaud, Bourdais en Marco Andretti op de 1ste-2de-3de plaats. Bourdais kwam in ronde 37 voorbij Pagenaud en begon weg te rijden. Na de tweede en derde ronde pitstops kwam Bourdais met 10 seconden voorsprong tevoorschijn en zegevierde op Pagenaud en Scott Dixon.

2020: In een seizoen ingekort door de COVID-19 pandemie, werd de nieuwe Roger Penske geleide IndyCar gedwongen om de St. Petersburg Grand Prix te verplaatsen van de seizoensopener naar de seizoensfinale. De race bleek een kampioenschap beslissende krachtmeting tussen Scott Dixon en Josef Newgarden, waarvan de laatste de race van 2019 won en de eerste nog nooit in St. Petersburg had gewonnen. Dixon moest achtste of beter eindigen om het kampioenschap te winnen, terwijl Newgarden zowel de race moest winnen als minstens negen posities beter moest eindigen dan Dixon om het kampioenschap te beklinken. Hoewel Penske's Will Power zich kwalificeerde voor een negende pole in St. Petersburg was het Andretti Autosport's Alexander Rossi die het grootste deel van de race aan de leiding reed voordat hij een fout maakte en in de muren crashte. In de laatste stint slaagde Newgarden erin om Pato O'Ward te passeren voor de leiding in de race, waardoor de normaal rustige Dixon gedwongen werd om agressief naar de derde positie te rijden en daar te finishen om zijn zesde IndyCar-kampioenschap te winnen.[24]

2021: St. Petersburg keerde in 2021 terug naar zijn meer traditionele vroege seizoensslot, maar werd in plaats daarvan geplaatst als de tweede race van het seizoen in plaats van de seizoensopener. Gedurende het hele weekend bleek Andretti Autosport's Colton Herta de snelste coureur te zijn en domineerde uiteindelijk de race door vanaf poleposition te winnen. Achter hem wonnen Penske-coureurs Josef Newgarden en Simon Pagenaud, die Jack Harvey van Meyer Shank Racing achter zich lieten en zo het podium vervolledigden.

2022: Voor het eerst in twee jaar keerde de GP van Sint-Petersburg terug naar de seizoensopener. De Grand Prix vond plaats op 27 februari, de vroegste datum waarop de Grand Prix ooit werd georganiseerd en de vroegste seizoensstartdatum voor de IndyCar Series. De startgrid was ook de grootste in de geschiedenis van het evenement met zesentwintig inschrijvingen, waaronder vijfentwintig fulltime auto's en coureurs. Team Penske's tweede jaars coureur en voormalig Supercars kampioen Scott McLaughlin kwalificeerde zich voor Romain Grosjean, Simon Pagenaud, Will Power, Colton Herta, en Rinus VeeKay voor de poleposition, zijn eerste in IndyCar.[25] McLaughlin gebruikte een twee-stops brandstofbesparende strategie om het grootste deel van de race aan de leiding te gaan. Zijn strategie hield stand, zelfs toen rookie David Malukas in de 26e ronde een gele vlag veroorzaakte. In de laatste ronden begon Álex Palou, kampioen van 2021, die dezelfde strategie als McLaughlin gebruikte, McLaughlin op te jagen voor de leiding. McLaughlin versloeg Palou's poging tot een overcut in de laatste serie pitstops en behield genoeg 'push-to-pass' om deze te gebruiken om zowel Palou af te houden als zich door het verkeer te werken en zijn eerste IndyCar-overwinning te pakken. Palou eindigde als tweede, zijn beste finish op een stratencircuit. Will Power zou het podium completeren met de derde plaats.